Uit: Christus door Bisschop Fulton Sheen
Toen het uur van Zijn verheerlijking was aangebroken, verzamelde Hij Zijn apostelen om zich heen. Aangezien Hij gekomen was om te sterven, stelde Hij nu voor de apostelen en voor het nageslacht een herdenkingsdaad van zijn verlossing in, zoals Hij beloof d had toen Hij zei dat Hij het Brood des Levens was. Op onbloedige wijze werd zijn aanstaande dood, die de middag daarop zou plaatshebben, hen voor ogen gesteld. Op het kruis zou hij sterven, doordat zijn lichaam van zijn bloed werd gescheiden. Daarom consacreerde hij niet het brood en de wijn tezamen maar apart, om duidelijk te laten zien dat hij zou sterven door scheiding van lichaam en bloed. Hier reeds was de Heer wat hij de dag daarop aan het kruis zou zijn: priester en offer tegelijk. Bij de Eucharistie en aan het kruis offerde de priester Zichzelf; Hij was dus tegelijk ook slachtoffer. Doet dit ter gedachtenis aan Mij. Herhaalt, hernieuwt dit offer dat voor de zonden der wereld werd gebracht, zet het voort, alle eeuwen door.
Waarom gebruikte de Heer brood en wijn als elementen van dit aandenken? Allereerst omdat men in de natuur geen substanties kan vinden die beter de eenheid symboliseren dan brood en wijn. Brood wordt gemaakt uit een menigte graankorrels, wijn is uit een grote hoeveelheid druiven geperst: zo zijn ook de velen die in Hem geloven, één in de Christus.
Ten tweede zijn er geen twee substanties die meer moeten ondergaan om te worden wat ze zijn. Het graan moet de hardheid van de winter doorstaan, onder de Calvarie van een molen worden verpletterd en dan onderworpen worden aan de zuivering van het vuur voordat het brood wordt. Druiven worden onderworpen aan de Getsemani van een wijnpers waar het leven eruit geperst wordt, dan eerst kunnen ze wijn worden. Zo vormen zij het symbool van het lijden en de smarten van Christus en van de voorwaarde waarvan onze verlossing afhangt, want de Heer heeft gezegd dat we niet in Hem kunnen leven tenzij we aan onszelf sterven.
Een derde reden vinden we in het feit dat deze twee substanties van geslacht op geslacht de mensen hebben gevoed. Wanneer de mens brood en wijn naar het altaar brengt, brengt hij praktisch zichzelf. Wanneer brood en wijn genuttigd worden, worden ze omgezet in het lichaam en bloed van de mens. Maar toen de Heer brood en wijn nam, veranderde Hij deze in Zichzelf.
Dit aandenken aan de Heer werd door Hemzelf ingesteld en omdat hij niet door de dood kon worden overwonnen en zou verrijzen tot een nieuw leven, daarom wilde Hij dat alle christelijke eeuwen, tot het einde der tijden toe, zouden terugzien naar het kruis.
Hij brak het brood om het breken van zijn eigen lichaam aan te duiden en ook om te tonen dat Hij uit eigen vrije wil slachtoffer verkoos te zijn. Hij brak zijn lichaam in vrijwillige overgave voordat de beulen het zouden breken door hun opzettelijke wreedheid.
Telkens wanneer dit offer in de Kerk wordt herdacht, wordt dit enige offer van Christus die nu in de heerlijkheid is, toegepast op een nieuw moment in de tijd en opnieuw tegenwoordig gesteld in de ruimte.
De Communie maakte de apostelen één met Christus; met Hem, in Hem en door Hem zouden zij geofferd worden. Liefde hunkert altijd naar éénwording. Zoals in de menselijke orde de hoogste top van liefde is: de eenheid in het vlees van man en vrouw; zo is ook de hoogste eenheid in de goddelijke orde de eenheid van de ziel met Christus in de Communie. Wanneer de apostelen en later de Kerk, de opdracht van de Heer zouden gehoorzamen en het aandenken zouden hernieuwen door van Hem te eten en te drinken, zou dat niet het lichaam en bloed zijn van de fysieke Christus in de hemel die zonder ophouden een voorspraak is voor de zondaars. Dan wordt de verlossing door het kruis, die eeuwig en alles overtredend is, door de hemelse Christus toegepast en actueel gemaakt in de tijd.
Nooit gaf de Heer opdracht over zijn verlossing te schrijven, wel droeg Hij zijn apostelen op deze te hernieuwen, toe te passen, te herdenken en voort te zetten. Hij wilde niet dat de mensen alleen lazen over zijn verlossing, maar dat ze eraan zouden deelnemen door hun lichaam en bloed op te offeren met Hem, telkens wanneer Calvarie weer wordt tegenwoordig gesteld, door met Hem te zeggen:”Dit is mijn lichaam en dit is mijn bloed”, door te sterven aan hun lager ik om voor de genade te leven, door te zeggen dat ze niets gaven om de uiterlijke gedaanten van hun leven zoals hun familiebanden, betrekkingen, plichten of talenten. Maar dat alles wat ze in wezen ware, hun verstand, hun wil, hu substantie, zou omgevormd worden in Christus, zodat de hemelse Vader hen zou zien in Zijn Zoon, hun offers zou zien samengevat in Zijn offer, hun verstervingen zien verenigd met Zijn dood; zodat ze ook uiteindelijk zouden delen in Zijn heerlijkheid.