In de vorige rondbrief hebben wij het eerste deel van het Boek Tobit overwogen en gezien hoe de Aartsengel Rafael de jonge Tobias begeleidt, leidt, beschermt en vermaant op zijn weg naar Raguel, een familielid van Tobias.
Nu komen beide op hun reis naar Ekbatana bij Raguel. Zijn dochter is Sara, die door een demon wordt gekweld. Rafael zegt tot Tobias dat hij met Raguel wil spreken, zodat deze Sara aan Tobias als vrouw geeft.
Tobias heeft angst, maar Rafael herinnert hem aan de instructie van zijn vader (6,16) en in gehoorzaamheid doet Tobias wat Rafael hem zegt: “Als je het bruids-vertrek binnengaat, pak dan de wierookpan en leg een stukje van het hart en de lever van de vis op de gloeiende as. Als de demon de rook ruikt slaat hij op de vlucht, om nooit meer terug te komen.” (6,17)
Men zal niet aannemen dat het hart en de lever van de vis, vanuit hun natuur de uitwerking hadden om demonen te verdrijven. Men kan zich echter de werking voor-stellen als die van de sacramentaliën. GOD kan een natuurlijke zaak een bijzondere werking geven. Wij kennen bijv. gewijde medailles of de palmtakken die men in huis achter het kruisbeeld steekt. GOD geeft door zijn zegen aan verschillende voorwerpen een bijzondere kracht, die zij normaal gesproken niet bezitten.
Door dit verbranden volgens de aanwijzing van de Engel, door deze “ritus”, bewerkt GOD de verbanning van de demon. Wat St. Rafael ons hier wil leren, is de gehoorzaamheid tegenover GOD en de Kerk en het vertrouwen op de bovennatuurlijke hulpmiddelen, die GOD ons tot ons eeuwig heil schenkt. De Heilige Engel ziet de werking van de Sacramenten en al de Sacramentaliën veel beter dan wij en kent hun grote waarde. De werkzaamheid van de sacramen-taliën komt door het kruisoffer van CHRISTUS.
De Engel leert ons dat de overgave aan GOD de voorwaarde is voor een vruchtbaar gebruik van de sacramentaliën en dat wij ze met eerbied en in de rechte maat gebruiken. Zo zegt hij ook tot Tobias: “Leg een stukje van het hart en de lever” van de vis op de gloeiende as. Hij moet niet verkwistend ermee omgaan. Sacramentaliën zijn iets heiligs. Zij zijn voor ons gebruik gegeven, maar wij mogen er niet vrij naar ons eigen goeddunken over beschikken. Wij zijn hun beheerders en niet hun eigenaars.
De Heilige Aartsengel geeft Tobias nog een aanwijzing voor de huwelijksnacht: “Wanneer je dan tot haar wilt gaan, roep dan samen staande de genadige GOD aan. Hij zal jullie in bescherming nemen en zich over jullie ontfermen.” (6,18)
Rafael wijst Tobias op de heiligheid van de liefde tussen man en vrouw en geeft een heel praktische raad. Tobias zal dan deze raad opvolgen en met Sara een prachtig gebed spreken: “Gezegend zijt Gij, GOD van onze vaderen en gezegend is uw heilige en heerlijke naam door de eeuwen heen. Mogen de hemelen en alle schepselen U prijzen. Gij hebt Adam gemaakt en hem Eva, zijn vrouw, tot hulp en stut gegeven. Uit hen is het menselijk geslacht voortgekomen. Gij hebt gezegd: Het is niet goed dat de mens alleen is; laten we een hulp voor hem maken die bij hem past. Welnu, Heer, als ik mijn zuster hier tot me neem, ga ik geen ongeoorloofde verbinding aan, maar ben ik trouw aan uw wet. Betoon mij uw barmhartigheid en laat mij aan haar zijde oud worden.” En Sara zei: “Amen.” (8,5-8)
Het Boek Tobit geeft ons voor de toenmalige tijd een zeer hoog ideaal van het huwelijk, wat reeds ons christelijk ideaal van de waardigheid van het sacramentele huwelijk zeer nabij komt. Het huwelijk heeft de zegen van GOD nodig zodat ze geestelijk vrucht-baar kan worden. Maar dat niet alleen. De Heilige Engel wijst ook op de noodzaak van het gebed binnen het huwelijk. Zo is de huwelijkse relatie tegelijkertijd ook een relatie met GOD, die de mensen heeft geschapen, ja man en vrouw voor elkaar heeft geschapen.
Kijken we nu naar het moment wanneer de Engel Rafael zich bekend maakt. Tobias en Rafael kwamen na de bruiloft met Sara terug naar Ninive. Tobit wordt genezen door de gal van de vis. Nadat men de bruiloft ook in Ninive heeft gevierd, zegt Tobit tot zijn zoon Tobias, dat hij nu aan Azarias zijn loon moet geven, maar niet kleingeestig moet zijn.
Dan meent Tobias: “Vader, ik zou het niet onbillijk vinden hem zelfs de helft van wat ik heb meegebracht te geven.” Tobias wil met de Engel alles eerlijk delen. Tobit en Tobias tonen de begeleider welwillendheid. Ze willen hem iets goeds doen en hem laten deelhebben aan wat zij hebben, net als een lid van de familie, als een mede erfgenaam.
Wat Tobias uit Medie had meegebracht was zijn eigen rijkdom, dat, wat hij als erfenis van zijn vader had gekregen en ook het erfdeel, waar Sara van haar ouders recht op had. De helft van dit alles wil Tobias aan de begeleider geven. Het is werkelijk de helft van alles. Met andere woorden, Rafael moet zo veel van het bezit ontvangen alsof hij een broer van Tobias en ook een broer van Sara zou zijn – alsof hij een lid van beide families zou zijn.
In de Kerk vinden we deze “Gemeenschap van hemelse goederen” werkelijkheid geworden. Wij zijn erfgenamen van de hemel geworden – door CHRISTUS. Ook de Heilige Engelen zijn in zekere mate “erfgenamen van CHRISTUS”. Want zij konden hun beproeving slechts doorstaan door de genade van CHRISTUS. Wij – Engelen en mensen – zijn daartoe bestemd om die ene, hemelse zaligheid te erven. Deze is ons erfdeel, die CHRISTUS ons liet toekomen.
Dan maakt de Engel zich bekend en zegt wat hem als Engel vreugde bereid: “Loof GOD en dank Hem, eer Hem en laat al wat leeft uw dankbaarheid horen voor hetgeen Hij voor u gedaan heeft. Het is goed GOD te loven en zijn naam te verheerlijken door vol ontzag van zijn werken te gewagen.” (12,6) Dat is het wat de Engel van hen als loon wil. Hij is altijd op GOD gericht en wil alleen dat GOD geëerd en geloofd wordt.
Er zijn nog meer belangrijke wenken en raadgevingen van St. Rafael in het Boek Tobit die voor ons geestelijk leven belangrijk zijn en hulp bieden. “Het is goed het geheim van de Koning te bewaren”
Wat GOD in de ziel bewerkt, dat moet men in alle reinheid bewaren en niet openlijk rondvertellen. Men zou zichzelf uitgieten en dit werken van GOD kapot maken. Ieder mens heeft een gebied, waar hij met GOD alleen is en daar zou werkelijk alleen de geestelijke begeleider resp. de biechtvader iets over mogen weten.
Men zou het kunnen vergelijken met een fototoestel. Als men de film eruit neemt, omdat men meteen wil zien hoe de foto’s zijn geworden, voordat men de film wegbrengt om te laten ontwikkelen, zo zou men hem kapot maken. Het geheim van de Koning moet men bewaren. De volgende raad luidt: “De daden van GOD dienen openlijk geroemd te worden”
Hier gaat het om het zichtbare werken van GOD, wat men wel moet openbaren. Men kan hierin ook het woord van GOD zien, de boodschap van GOD die verkondigt moet worden. GODs goedheid en liefde moeten wij aan de mensen verkondigen in woord en nog meer door het voorbeeld van ons leven.
De volgende raad van de Engel voor het geestelijke leven luidt: “Bidden is iets goeds als het gepaard gaat met vasten, liefdadigheid en rechtvaardigheid.”
Wij herkennen hierin de raadgevingen, die ons juist in de vastentijd worden voorgehouden: bidden, vasten en werken van naasten-liefde. (vgl. Mt 6,1-6.16-18)
En dan zegt St. Rafael nog hoe hij onzichtbaar de gebeden naar GOD gedragen heeft en hem bij de goede daden heeft bijgestaan. Zo begeleidt ook onze Heilige Engelbewaarder ons in ons leven: “Toen u bad, u en uw schoondochter Sara, heb ik uw gebed onder de aandacht van de Heilige gebracht. Ik was het ook die, toen u de doden begroef, u nabij was. Ook toen u zonder dralen opstond en uw maaltijd liet staan om een dode te begraven, is die goede daad me niet ontgaan,maar was ik bij u.” (12,12-13)
De hulp van de Heilige Engelbewaarder is verborgen voor onze ogen, maar werkzaam. Het is een voorbeeld voor de zo trouwe bijstand van de Heilige Engelen en hun zorg voor ons heil. De reactie van Tobit en Tobias op de zelfopenbaring van de Engel Tobit en Tobias zijn natuurlijk ontzettend geschrokken als ze horen dat het een grote Engel is die voor hen staat. Maar deze zegt: “Vrees niet, u is vrede beschoren.”
De Heilige Engelen willen ons de vrede brengen. Ze hebben ook bij de geboorte van de Heer op de velden van Bethlehem aan de herders de vrede verkondigt. De vrede van het hart is een vrucht van de Heilige Geest en grondslag voor ieder geestelijk leven. GOD wil ons door zijn Heilige Engelen de vrede schenken, zoals Tobit en Tobias deze geschonken kregen en ook zoals de herders van Bethlehem dit geschenk mochten ontvangen.