|
Inhoud
De beproeving en de scheiding van de EngelenWaarom bestaan er goede en gevallen engelen,die wij ook demonen noemen? Wij moeten daarvoor teruggaan, helemaal aan het begin van de tijd. Alle Engelen werden door GOD geschapen in weergaloze schoonheid, volmaaktheid en kracht. Paus Johannes Paulus II zei over dit ogenblik van de scheppingsgeschiedenis in zijn Engelencatechese van 1986: “In de volmaaktheid van hun geestelijke natuur zijn de Engelen vanaf het begin krachtens hun intellect ertoe geroepen, de waarheid te erkennen en het goede te beminnen, dat zij op een veel omvattender en volmaakter manier in waarheid erkennen als dit voor de mensen mogelijk is. Deze liefde is de daad van een vrije wil, krachtens welke ook voor de Engelen de vrijheid de mogelijkheid betekent, een beslissing te treffen voor of tegen het goede, dat zij inzien, dus voor of tegen GOD zelf. Het moet hier herhaald worden, wat we reeds destijds met betrekking tot de mens gezegd hebben: met de schepping van vrije wezens wilde GOD, dat er zich in de wereld die ware liefde zou verwerkelijken, die alleen op het fundament van de vrijheid mogelijk is. Hij wilde dus, dat het naar het beeld en de gelijkenis van zijn Schepper gevormde schepsel Hem, GOD, die “de Liefde is”(1 Joh. 4,16) zo volledig mogelijk gelijkvormig zou kunnen worden”(2. Catechese, 1). Paus Johannes Paulus II zet dan verder uiteen, dat de zuivere geesten – zoals later ook de mensen – om zich voor deze liefde open te stellen en dan deze te kunnen leven, “aan een morele beproeving werden onderworpen. Het was een beslissing vooral met betrekking tot GOD zelf, een GOD, die naar zijn wezen door hen sterker en directer herkend werd als het voor de mens mogelijk is”. In deze beproeving “scheiden zich de zuivere geesten, zoals de Openbaring duidelijk zegt, in goede en kwade. Toch werd deze splitsing of scheuring niet door GODs schepping veroorzaakt, maar krachtens de vrijheid van de geestelijke natuur, die aan ieder van deze wezens eigen is. Ze werd veroorzaakt door de beslissing die bij de zuiver geestelijke wezens een onvergelijkbaar radicaler karakter bezit dan bij de mens; zij kan niet ongedaan gemaakt worden wegens de hoge graad van de intuïtieve kennis en het doordringen van het goede, waarmee hun verstand is begiftigd”(2. Catechese,2). GOD scheidde het licht van de duisternis!In de H. Schrift lezen wij: “Toen zei GOD: ‘Er moet licht zijn!’ En er was licht. En GOD zag dat het licht goed was. GOD scheidde het licht van de duisternis” (Gen. 1,3). Bij dit “licht” gaat het volgens de uitleg van de kerkvaders (Bijv. H. Augustinus, de civ. Dei XI,9) niet om de hemellichamen van zon, maan en sterren, die pas op de vierde dag van de schepping genoemd worden, maar met dit “licht” en “duisternis” op de eerste scheppingsdag is de scheiding der Engelen in goede en kwade bedoeld. Wat was het onderwerp van de beproeving?Wat echter was nu, bij nader inzien, het onderwerp van de beproeving van de zuivere geesten, die leidde tot de scheiding in goede en kwade engelen? Hoe kon het gebeuren, dat een aantal Engelen zich van GOD afkeerden? Daarover geeft ons o. a. het laatste Bijbelboek, de Openbaring van de H. Apostel Johannes opheldering. In dit boek wordt de gehele heilsgeschiedenis in een apocalyptische taal beschreven. De gebeurtenis, die voor ons bijzonder van belang is, vinden wij in het twaalfde hoofdstuk. Dat het in dit visioen ook gaat om de beproeving van de Engelen, bewijst de direct daaropvolgende “strijd in de hemel” (Openb. 12,7), die aan het begin van de tijd beslist en beëindigd werd. Deze strijd is reeds het gevolg van de beproeving van de Engelen. Hij ontbrandt op dat ogenblik, als de Engelen, aan beide fronten, hun keuze gemaakt hebben. Maar wat gaat vooraf aan deze strijd? De Vrouw bekleed met de zonWij lezen in Openb. 12, 1-3: “Een groot teken verscheen aan de hemel: een vrouw, omkleed met de zon, de maan onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren. Zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en barensnood”. Op deze wijze heeft GOD aan het begin van de tijd aan de Engelen Zijn wil geopenbaard. En dit gebeurde niet zo zeer in woorden, wat de mens eigen is, als veelmeer in beelden, of tekenen, wat beantwoord aan het inzicht en de onderlinge communicatie van de reine geesten. GOD openbaarde aan hen, wat in de tijd geschieden zou - wat echter in GODs eeuwigheid reeds tegenwoordig was en altijd Tegenwoordigheid is. We moeten ons nu voor ogen houden, dat de Engel een onvergelijkbaar doordringender kennisvermogen heeft als wij mensen, die zo “moeilijk van begrip” zijn. Hij kon dus in één ogenblik uit dit “Teken” erkennen, wat wij mensen achteraf op grond van de openbaring door GOD in woord en geschiedenis, eerst moeizaam samenstellen: de Vrouw, een nieuw schepsel dus, wat toen nog niet bestond, namelijk de mens; deze Vrouw is bekleed met de zon, d.w.z. door GOD, resp. CHRISTUS omhuld, als Bruid met Hem verbonden vanaf haar Onbevlekte Ontvangenis, welke volheid van genaden haar reeds boven alle schepselen verhief, ook boven de Engelen, die als sterren haar hoofd kronen. ( “Ster” als beeld voor de Engel, zie Openb. 1,20 – “de zeven sterren zijn de zeven Engelen van de gemeenten”). Dan het Kind in haar schoot, door haar ter wereld gebracht als “Zoon, die over alle volkeren …..zal heersen”(Openb. 12,5b). Daarbij is de Vrouw zowel MARIA, die CHRISTUS baart, als ook de Kerk als Moeder van alle door CHRISTUS verloste mensen. In dit Teken ligt dus de wil van GOD tot de mens, als nieuw schepsel, tot MARIA, tot de menswording van zijn Zoon, tot de verlossing van de mensen, tot de Kerk en tot nog vele andere dingen, wat de Engelen aan het begin konden onderscheiden. Lucifer aanvaardt het plan van GOD niet!De eerst geschapen Engel met het hoogste kennisvermogen had het meest ingezien en had als eerste van allen begrepen, waar het om ging. Hij, Lucifer, had ook als eerste de beslissing genomen, en wel tegen GODs plan: “Toen verscheen een ander teken aan de hemel”(Openb. 12,3a): de manifestatie van het wilsbesluit van de engel gebeurt niet in menselijk gesproken woord, maar opnieuw naar Engel-aard. Daarom wordt deze wederom als “Teken” aan de ziener gewaar, en wel als een contra-teken van een schepsel, dat door het verzet tegen zijn Schepper uit de waarheid en de waardigheid van het eigen schepsel-zijn valt. GODs evenbeeld perverteert tot een monster, dat symbolisch voor altijd de tegenstander kenmerkt: “een grote, vuurrode draak. Hij had zeven koppen en tien horens, en op zijn koppen zeven diademen. Zijn staart vaagde een derde deel van de sterren aan de hemel weg en wierp ze op de aarde”(Openb. 12,3) Met hem vallen nog meer EngelenDe tegenstander verzamelt reeds zijn volgelingen, doordat hij, de hoogste Engel, ondergeschikte Engelen in zijn verzet meetrekt, weliswaar het geringere aantal (“een derde”). Hier is reeds het protest tegen de waarheid voltrokken, welke de duivel tot “vader van de leugen” maakt, zoals JEZUS hem dan in Zijn redevoeringen noemt (Joh. 8,44). Het onderwerp van de weerstand is uiteindelijk CHRISTUS, die door Simeon profetisch het “Teken van tegenspraak” genoemd wordt (Lk 2,34): niet alleen de ongelovige mens, ook de ontrouwe Engel spreekt dit “Teken” tegen. Hij verzet zich tegen het plan, wat GOD in JEZUS CHRISTUS wil uitvoeren. Ze strijden nu tegen CHRISTUS, maar Hij heeft hen aan het Kruis overwonnen!Deze tegenspraak heeft meteen historische gevolgen. Reeds toen, “vanaf het begin”, is de tegenstander van GOD tot “mensenmoordenaar” geworden. Ook dit is een woord van JEZUS over de gevallen engel (Joh. 8,44). Deze uitspraak wordt in haar oorspronkelijke betekenis verhelderd door Openb. 12,4b: “De draak stond vóór de vrouw die zou baren, om haar kind te verslinden zodra zij het gebaard had”. Ofschoon de Vrouw, MARIA, pas in de volheid van de tijd zal baren, zo is toch de opzet van de duivel van het begin af aan bepaald: de mensgeworden Zoon van GOD te doden. Daarom werden de de eerste mensen verleid, wordt Herodes daartoe aangezet om de kinderen te vermoorden, – om CHRISTUS Zelf te treffen. Zijn kruisdood is uiteindelijk het werk van de tegenstander, zoals JEZUS Zelf getuigt (Joh. 14,30; Lk 22,53) en na Hem de apostelen (Bijv. Hand. 2,17; 1 Kor. 2,8). Lucifer bereikt zijn doel niet, want: het Kind van de Vrouw „werd ijlings weggevoerd naar GOD en zijn troon” (Openb. 12,5b), een verwijzing naar de verrijzenis en de hemelvaart van JEZUS. De trouw van St. Michael en de andere goede EngelenDe beproeving van de Engelen aan het begin heeft niet alleen een Tegenstander doen ontstaan, maar ook trouwe Engelen, aangevoerd door St. Michael. “Toen brak er in de hemel een oorlog uit. Michaël en zijn engelen vochten tegen de draak, en de draak en zijn engelen vochten terug. Maar zij hielden geen stand en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden. De grote draak werd neergeworpen, de oude slang, die Duivel en Satan heet en de hele wereld misleidt; hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen met hem. En ik hoorde een stem in de hemel luid roepen: ‘Nu zijn de redding en de macht en het koningschap van onze GOD gekomen en de heerschappij van zijn Gezalfde”(Openb. 12,7-10a). Het loon voor het doorstaan van de beproeving voor de trouwe Engelen was de zalige aanschouwing van GODOm de trouw van St. Michael en zijn Engelen bij benadering op de juiste waarde te kunnen schatten, moeten we weer terugkeren naar het begin en naar het onderwerp van de beproeving. De rebellie van de bovenste, dus die Engel, die naar natuur en genade het heerlijkst was uitgerust, laat zien dat de beproeving voor de Engelen letterlijk tot in de levenssubstantie ging, dat GOD ook hen – om met de Bijbel te spreken – “op hart en nieren” beproefd heeft. Waarom moest deze beproeving zo zwaar zijn? Omdat het doel, het deelhebben aan het eeuwige, bovennatuurlijke leven van GOD, de natuur van het schepsel oneindig overtreft. Zo moest de Engel bij de vrije keuze voor GOD, zich zelf totaal loslaten, om geheel open te zijn voor het geschenk van de genade. Wij herinneren ons aan het woord van de Heer aan ons mensen: “….wie zijn leven om Mij verliest, die zal het redden” (Lk. 9,24). Het loon voor de getrouwe Engelen was de “Visio beatifica”, de zalige aanschouwing van GOD. Dat betekent dat ze van nu af aan GOD niet slechts in het geschapen licht erkennen, maar Hem in het bovennatuurlijke licht van zijn glorie aanschouwen, wat voor ons mensen pas in de hemel mogelijk zal zijn. De trouw van de goede Engelen wordt beloond door de trouw van GOD, die hen in het goede bevestigt. Ze kunnen niet meer zondigen, want nu is de trouw als het ware in hun verheerlijkt wezen overgegaan. De beslissing van de gevallen engelen tegen GOD blijft voor ons mensen geheimzinnigPaus Johannes Paulus II schrijft daarover in zijn Engel catechese: “Hoe moeten we een dergelijke oppositie en rebellie tegen GOD verstaan bij wezens, die met een zo levendig verstand begaafd en met zo'n geesteshelderheid zijn uitgerust? Wat kan de reden voor een zo radicale en niet meer ongedaan te maken beslissing tegen GOD zijn? De reden van zo'n diepe haat, dat hij zich alleen maar als vrucht van waanzin kan doen kennen? De kerkvaders en de theologen aarzelen niet te spreken van verblinding, ontsproten uit de overschatting van de volmaaktheid van het eigen zijn en zo ver doorgedreven, dat ze de soevereiniteit van GOD versluierde, die een daad van gewillige en gehoorzame onderwerping verlangde. Dat alles blijkt zeer treffend uitgedrukt in de woorden: “Ik wil niet dienen!” (Jer. 2,20). Ze tonen de radicale en niet ongedaan te maken weigering, aan de opbouw van het Rijk GODs in de geschapen wereld deel te nemen. Satan, de opstandige geest, wil zijn eigen rijk, niet het Rijk GODs en werpt zich op als de eerste tegenstander van de Schepper, als tegenstander van de Voorzienigheid, als strijder tegen de liefhebbende Wijsheid van GOD. Uit de opstand en de zonde van Satan evenals uit die van de mens moeten we, de wijze ervaring van de H. Schrift opnemen, de conclusie trekken: “De hoogmoed leidt immers tot rampspoed en algehele ontreddering”( Tob. 4, 13). Aan JEZUS CHRISTUS scheiden zich de geestenDoordat de GODsopenbaring in JEZUS CHRISTUS, zijn Mensgeworden Zoon tot hoogtepunt en afsluiting komt, scheiden zich juist aan Hem de geesten. Want in CHRISTUS wordt openbaar, wie GOD is. CHRISTUS is het begin en het einde; Hij is het centrum van de gehele geschapen wereld en daardoor ook het midden van de wereld der Engelen. “Alles is door Hem en voor Hem geschapen…Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in Hem. Want in Hem heeft heel de volheid willen wonen, om door Hem alles met zich te verzoenen en vrede te stichten door het bloed, aan het kruis vergoten, om alle wezens in de hemel en op de aarde door Hem te verzoenen”(Kol. 1,16b.17.19v.). In deze samenhang kunnen wij ook begrijpen, dat wij de Engelen alleen over JEZUS CHRISTUS goed kunnen begrijpen. Zij begeleiden in trouw de Zoon van God bij zijn menswording en dienen Hem in Zijn heilsplan met de mensen en de gehele schepping. Daarom hebben wij, mensen, de H. Engelen als onze trouwste, hulpvaardige vrienden aan onze zijde. * Terug |