|
De Engelen in het leven van de Kerk334. Tegen deze achtergrond geniet heel het leven van de kerk de mysterieuze en machtige hulp van de engelen. 335. In haar liturgie voegt de kerk zich bij de engelen om de driewerf heilige God te aanbidden; zij roept hun bijstand in (zoals in het 'Supplices te rogamus…' van de Romeinse canon of in het In Paradisum deducant te angeli… van de begrafenisliturgie, of in de 'Hymne van de cherubijnen' in de Byzantijnse liturgie) en zij viert meer in het bijzonder de gedachtenis van bepaalde engelen (de engelbewaarders, de heilige Michaël, de heilige Gabriël, de heilige Rafaël). 336. Vanaf het begin tot de dood is het menselijk leven omringd door hun bescherming en voorspraak. 'Iedere gelovige wordt terzijde gestaan door een engel om hem als een behoeder en herder naar het leven te leiden'. Vanaf het aardse bestaan neemt het christelijk leven in het geloof deel aan de gelukzalige gemeenschap van engelen en mensen, verenigd in God. |