|
Inhoud
De Heilige Jozef, bruidegom van Maria“Jakob was de vader van Jozef, de man van Maria, en uit haar werd geboren Jezus die Christus genoemd wordt.” God heeft het mysterie van de verlossing van het menselijk geslacht, Zijn eniggeboren Zoon en de Heilige Maagd en Moeder van God, aan de trouwe zorgen van St. Jozef toevertrouwd. Het hele verlossingsplan is gebaseerd op het geheim van de Menswording: “Jozef van Nazareth „heeft” juist in dit mysterie een „aandeel gehad” als geen ander mens, met uitzondering van Maria, de moeder van het mensgeworden Woord. Hij nam er deel aan samen met haar met wie hij betrokken was in de werkelijkheid van hetzelfde heilsgebeuren; hij was hoeder van dezelfde liefde door de kracht waarvan de eeuwige Vader „ons voorbestemd heeft zijn kinderen te worden door Jezus Christus” . De genade van God bracht St. Jozef er toe op volmaakte wijze antwoord te geven op de woorden van de Engel, die hem het verborgen plan van God dichterbij bracht. Hoewel de H. Jozef, het “licht van de patriarchen”, onder de grote gestalten van de heilsgeschiedenis er in waarheid bovenuit steekt, blijft toch de grootte van zijn waardigheid en opdracht, op grond van zijn diepe deemoed en zwijgzaamheid, die zo innerlijk en bovennatuurlijk waren, vaak onopgemerkt. Wij willen nu aan de hand van documenten van vorige Pausen, nadenken over de waardigheid van St. Jozef als bruidegom van Maria volgens Gods plan. We houden ons hierbij in het bijzonder aan het schrijven van Paus Johannes Paulus II, Redemptoris Custos, over de persoon en de zending van de heilige Jozef in het leven van Christus en de Kerk. Een diepere kennis van St. Jozef zal ons helpen, hem inniger lief te hebben en te vereren om zo onze eigen identiteit en roeping in het kader van het verlossingsplan beter te begrijpen en te verwezenlijken . De beschrijving van het huwelijk van St. Jozef in het EvangelieVoordat „het mysterie dat van eeuwigheid verborgen was” vervuld begon te worden, tonen de evangeliën ons het beeld van de echtgenoot en de echtgenote. Volgens het gebruik van het Joodse volk werd het huwelijk in twee fasen gesloten: Eerst werd het wettelijke huwelijk (een echt huwelijk) gesloten en pas na een bepaalde periode leidde de man de vrouw zijn huis binnen. Jozef was dus al de man van Maria, voordat hij met haar samenleefde; maar Maria bewaarde in haar hart het verlangen om zichzelf geheel en uitsluitend aan God te geven . Deze feiten werden zowel bij Matteüs als bij Lucas vermeld. Bij beiden is het een Engel die de boodschap brengt. Beide Evangelies komen in drie wezenlijke punten overeen: 1. Maria was reeds met Jozef gehuwd 2. Maria was maagd 3. Maria had maagdelijk ontvangen van de Heilige Geest. Lucas beschrijft de zending van de Engel Gabriël, die aan Maria verkondigde, dat zij de Zoon van God door de kracht van de Heilige Geest zou ontvangen . Matteüs vermeldt dit feit in samenhang met de beproeving van Jozef: “Toen zijn moeder Maria verloofd was met Jozef, bleek zij, voordat ze gingen samenwonen, ontvangen te hebben van de Heilige Geest” . Juist de beproeving van St. Jozef laat nadrukkelijk zien, dat Jozef niet de biologische vader is van Jezus. Deze eenmalige, zuivere huwelijksstaat van Maria en Jozef wordt weer door Lucas benadrukt, die het antwoord van de Heilige Maagd weergeeft op de boodschap van Gabriël, dat zij een Zoon zou baren. Maria sprak: “Ik beken geen man”. Gezien het feit dat zij al gehuwd was, kan het alleen maar hier over gaan, dat zij haar besluit om maagd te blijven tot uitdrukking brengt. Dit stond bij haar al vast, voor en na het huwelijk met Jozef en nog voordat de Engel Gabriël bij haar gekomen was. In beide evangeliën geeft de bemiddelende Engel eerst aan Maria, de Moeder, de opdracht en dan aan Jozef, de ‘vader’, om de pasgeboren Zoon de Naam Jezus te geven . Op deze manier erkent en bevestigt de bode van God respectievelijk de waardigheid en verantwoording, zowel van Maria als van Jozef, aangaande de Zoon die op de wereld zal komen. De Heilige Vader drukt het zo uit: “De Engel richt zich dus tot Jozef en vertrouwt hem de taak toe van een aardse vader ten opzichte van de zoon van Maria” . De parallel tussen beide Evangeliën strekt zich ook uit voer de morele eigenschappen van Maria en Jozef. Zoals Maria meteen vol nederige gehoorzaamheid op de woorden van de Engel Gabriël antwoordde: “Zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw woord” , zo antwoordde ook Jozef vol bereidwillige gehoorzaamheid en geloof op de woorden, die de Engel hem in zijn droom had gezegd: “Ontwaakt uit de slaap, nam hij zijn vrouw tot zich” . “Op die wijze toonde hij een bereidwilligheid met betrekking tot wat God hem door zijn bode vroeg, die vergelijkbaar was met de bereidwilligheid van Maria” . De Evangelisten laten op zo’n manier zien, dat Jozef een waardige metgezel van Maria was in dit mysterie van de verlossing. De behoeder van het mysterie van GodToen Jozef Maria in zijn huis opnam, nam hij niet alleen zijn bruid tot zich, maar met haar ook het hele geheim van haar Moederschap en haar Goddelijke Zoon. Jozef stelde zich zo volledig in dienst van het plan van de Vader end e zending van Zijn Mensgeworden Zoon. Paus Johannes Paulus benadrukt verder de uitwerking, die de toestemming van Jozef had: “..want hij antwoordde bevestigend op het woord van God, toen dit hem op dat beslissende ogenblik werd meegedeeld. Men kan zeggen dat wat Jozef deed hem op zeer bijzondere wijze verenigde met het geloof van Maria: wat zij reeds aangenomen had bij de aankondiging, aanvaarde hij als waarheid die van God kwam” . Door zijn volmaakte geloofsgehoorzaamheid werd hij “dus een uitzonderlijke hoeder van het mysterie dat „van eeuwigheid verborgen was is God” . Bovendien is Jozef de “eerste hoeder van dit goddelijk mysterie. Samen met Maria - en ook in betrekking tot Maria -neemt hij deel aan dit hoogtepunt van de zelfopenbaring van God in Christus en hij neemt eraan deel vanaf het eerste begin” . Jozef had niet alleen deel in het geloof van Maria, veelmeer ondersteunt hij haar in dit geloof, dat het fundament is voor het heil van de wereld en het fundament voor de Kerk. Jozef, bruidegom en vaderOm de taak van de H. Jozef, aangaande Jezus uit te drukken, hebben de moderne talen zich van een bepaalde terminologie bedient, die wel bepaalde aspecten van zijn taak, maar niet de volheid van zijn waardigheid passend tot uitdrukking brengen. Bijv. in het Duits wordt de H. Jozef als “voedstervader” aangeduid, in het Engels als “foster father” d.i. pleegvader van Jezus, terwijl hij in het Portugees “pai putativo” d.i. vermeende vader van Jezus wordt genoemd. De hoofdbetekenis van deze begrippen is zeker correct; maar toch hebben ze een bijklank, die gemakkelijk er toe leidt, om het begrip voor Jozefs zending als vader af te zwakken, en hem als een “tweederangs” persoon in het Evangelie neer te zetten. Deze begrippen schijnen met de uitspraak van Paus Johannes Paulus op een lijn te liggen: “Het huwelijk met Maria is de juridische basis van het vaderschap van Jozef, zoals af te leiden valt uit de teksten van het Evangelie. Het is om aan Jezus de vaderlijke bescherming te verzekeren dat God Jozef als man van Maria kiest” . Maar Paus Johannes Paulus ontwikkelt zijn conclusie verder: “Hieruit volgt dat het vaderschap van Jozef - een relatie welke hem zo dicht mogelijk bij Christus plaatst, die het doel is van iedere uitverkiezing en voorbestemming - over het huwelijk met Maria loopt, over het gezin dus” . Voordat we nader ingaan op de waardigheid en het wezen van zijn vaderschap, is het passend, om op de buitengewone heiligheid te wijzen, die de Heilige Vader hier aan Jozef toekent. Door Maria komt Jozef een voorbeschikking en heiligheid toe, die hem inniger als welk schepsel dan ook, met Jezus verbindt. Ja, hij overtreft aan heiligheid zelfs de hoogste Engelen, de Serafijnen. De Heilige Vader laat hier zien, dat de nabijheid tot Christus de maat is voor heiligheid en Godverbondenheid. Waardigheid en wezen van het vaderschap van JozefOp deze Goddelijke uitverkiezing antwoordde Jozef met onvoorwaardelijke overgave. Paus Johannes Paulus beschrijft dit antwoord als volgt: “Zijn vaderschap heeft zich concreet uitgedrukt „doordat hij zijn leven tot een dienst gemaakt heeft, opgeofferd heeft aan het mysterie van de menswording en aan de heilszending die daarmee verbonden is; doordat hij het wettelijk gezag over de heilige Familie, dat hem toekwam, heeft gebruikt om er een totale gave van zichzelf, van zijn leven, van zijn werk, van te maken; doordat hij zijn menselijke roeping tot de huiselijke liefde omgevormd heeft tot het bovenmenselijke offer van zichzelf, van zijn hart en van al zijn vermogens in de liefde welke hij ten dienst gesteld heeft van de Messias, die in zijn huis is opgegroeid” . “Door middel van de uitoefening van zijn vaderschap” bijna dertig jaar lang, “werkt (de H. Jozef ) in de volheid van de tijd mee aan het grote mysterie van de verlossing en is hij werkelijk dienaar van het heil”. J ozef vervulde zijn taak als hoofd van het gezin, doordat hij aan dezelfde liefde deel had, als die welke de hemelse Vader tot Jezus heeft. “Men moet aannemen dat Jozef voor Jezus „door een bijzondere gave uit de hemel heel de natuurlijke liefde, heel de liefderijke zorg had die het hart van een vader kan kennen” . Ook Jezus vervulde zijn roeping en plicht als Zoon in de Heilige Familie, t.o.v. Maria en Jozef : “Het Woord van God was onderdanig aan Jozef gehoorzaamde hem en betuigde hem de eer en de eerbied die kinderen aan hun vader verschuldigd zijn” . De Pausen spreken hier van een echte ereplicht, die Jezus aan Jozef verschuldigd was. Gelovigen kunnen zo’n bewering gemakkelijker begrijpen met betrekking tot Maria. Maar dan doet zich de vraag voor, of de echtelijke band die Jozef en Maria verenigde, een voldoende verklaring is voor zo’n plicht tegenover Jozef. Laten we verder kijken! Jozef, de man van MariaDe oplossing van deze vraag ligt in de natuur van het huwelijk als een verbond of heilig verdrag. Paus Johannes Paulus stelt nadrukkelijk vast, dat het huwelijk van Maria en Jozef een echt huwelijk was: “Hoewel het voor de kerk belangrijk is de maagdelijke ontvangenis van Jezus te belijden, is het voor haar niet minder belangrijk het huwelijk van Maria met Jozef te verdedigen, omdat het vaderschap van Jozef daar juridisch van afhangt” . “In de liturgie wordt Maria gevierd als „met Jozef de rechtschapen man, verenigd door een band van echtelijke en maagdelijke liefde” . Er is tegenwoordig een tendens, om juridische kwesties als iets uiterlijks en onbelangrijks te beschouwen. Als men zo’n opvatting op het huwelijk zou overdragen, zou dit een zeer ernstige foutieve instelling zijn t.o.v. deze intiemste van alle menselijke relaties, die volgens haar natuur door een bond, een heilig verdrag bevestigd wordt. Terwijl de Heilige Vader St. Augustinus citeert, somt hij drie wezenlijke eigenschappen op van het huwelijk: “de ondeelbare eenheid van geest”; “de eenheid van hart”; “de eensgezindheid”, elementen, die in het huwelijk van Jozef en Maria op voorbeeldige wijze duidelijk zijn geworden” . Zo is hun huwelijk het door God gewilde fundament voor het eeuwige verbond in Christus. De bijzondere waardigheid van St. Jozef, zijn vaderschap en zijn rechten t.o.v. Jezus zijn alle uit dit maagdelijk huwelijk met Maria afgeleid. Leo XIII bracht deze waarheid op een zeer verheven manier tot uitdrukking: „Het is zeker dat de waardigheid van Moeder van God zich zo hoog verheft dat niets meer verheven kan zijn; maar omdat er tussen de heilige Maagd en Jozef een huwelijk was gesloten, bestaat er geen twijfel aan dat niemand anders deze allerhoogste waardigheid, waardoor de Moeder van God ver boven alle schepselen verheven is, zozeer benaderde als hij. Daar het huwelijk de voornaamste vorm van samenleving en vriendschap is, waarmee van nature de gemeenschap van al het goede daarin samen gaat, vloeit eruit voort dat God, die Jozef als man aan de Maagd gegeven heeft, haar hem niet alleen als levensgezel gegeven heeft, getuige van de maagdelijkheid en beschermer van de eerbaarheid, maar ook opdat hij door het huwelijksverbond deel zou hebben aan haar verheven grootheid”. Maria was een geschenk van God aan Jozef tot zijn eigen heiliging. De gemeenschap van goederen is eigen aan het huwelijk; daardoor werden de meest verheven genaden van heiligheid aan Jozef geschonken, want zijn zuivere hart stond volmaakt open om aan de genaden van de Maagd Maria in volle mate deel te hebben en er zijn voordeel mee te doen. Jozef en Maria waren in hun huwelijk – zoals het over de eerste christenen gezegd werd, en met nog meer reden – één van hart en één van ziel . Daardoor werd ook het hart van Jozef door deze geestelijke eenheid waardig gemaakt, om de ‘Vader’ van Jezus te zijn. Hun gemeenschap in de genade had betrekking op alle genaden van Maria, want die werden haar juist met het oog op haar Goddelijk moederschap gegeven, die God haar juist in verband met haar huwelijk met Jozef verleend had. “De zoon van Maria is ook zoon van Jozef krachtens de huwelijksband die hen verenigt: „Vanwege dat trouwe huwelijk verdienen beiden ouders van Christus genoemd te worden, niet alleen de moeder maar ook zijn vader, op dezelfde wijze waarop hij echtgenoot van de moeder van Christus was, beiden door de geest, niet door het vlees”. Paus Johannes Paulus legt uit: “De Familie van Nazareth, die direct is opgenomen in het mysterie van de menswording, vormt zelf een speciaal mysterie. En zoals in de menswording hoort tot dit mysterie tegelijk het echte vaderschap: de menselijke vorm van het gezin van de Zoon van God - een echt menselijk gezin, waaraan het goddelijke mysterie gestalte gegeven heeft. In dat gezin is Jozef de vader. Zijn vaderschap is geen vaderschap dat gevolg is van de voortbrenging. Toch is het niet schijnbaar of alleen plaatsvervangend, maar bezit het de volle echtheid van het menselijk vaderschap, van de vaderlijke taak in het gezin. Er ligt een gevolg in van de hypostatische vereniging: mensheid die opgenomen is in de eenheid van de goddelijke Persoon van het Woord dat de Zoon is, Jezus Christus. Samen met de mensheid is in Christus ook alles opgenomen wat menselijk is en in het bijzonder het gezin, als eerste ruimte van zijn aards bestaan. In dit kader is ook het menselijk vaderschap van Jozef opgenomen” . Daarom waren Maria’s woorden tot Jezus, toen ze Hem in de tempel terugvond, geheel gerechtvaardigd: “Kind…..denk toch eens met wat een pijn uw vader en ik naar U hebben gezocht”. Woorden kunnen niet bij benadering de diepe innigheid en harmonie weergeven, die in de H. Familie heersten. Welk een tederheid lag in de stem en in de blik van Jezus, als Hij tot Maria: “Moeder” en tot Jozef: “Vader” zei! Hoe groot was toch de schoonheid van de ziel en het aanschijn van deze man, in wie de Zoon, het menselijke beeld van Zijn eeuwige Vader zag! Welk een zaligheid voelden Jozef en Maria, als zij naar Jezus keken en “Zoon” tegen de Zoon van God zeiden! De invloed van Jozef op JezusIn zijn vaderschap oefende Jozef een grote invloed uit op de groei en het geestelijke rijpingsproces van Jezus. Zegt de Bijbel niet: “En met de jaren nam Jezus toe in wijsheid en welgevalligheid bij God en de mensen” . De eenheid van hart binnen de Heilige Familie drukte een diepe stempel op de menselijke karakterontwikkeling van Jezus. Het behoort tot het geheim van de Menswording, dat het zich ontplooit in een bepaalde tijd, een bepaalde geografische ligging, cultuur, taal en familie. Hij, die eens als “zoon van de timmerman” werd beschouwd, was zeer door Jozef beïnvloed. Jezus is niet alleen het afbeeld van zijn eeuwige Vader, maar Hij werd in zekere mate ook het afbeeld van zijn vader, de Heilige Jozef, wiens handwerk en menselijk eigenschappen Hij overgenomen heeft. De Heilige Vader overweegt hierover: “Hoe zou men kunnen doordringen in de diepte van de geheel uitzonderlijke relatie tussen Jozef en Jezus, daar de vaderlijke liefde van Jozef wel invloed moest uitoefenen op de kinderlijke liefde van Jezus en omgekeerd de kinderlijke liefde van Jezus wel invloed moest uitoefenen op de vaderlijke liefde van Jozef?” , een relatie, die heel zeker de relatie van Jezus tot Zijn hemelse Vader in de Goddelijke ordening weerspiegelde. De invloed van Jozef op MariaDe invloed in aanmerking genomen, die Jozef en Jezus in hun liefdevolle relatie op elkaar uitoefenden, is de gevolgtrekking voor de hand liggend, dat hetzelfde ook geldt voor Jozef en Maria. Het was dus niet alleen Jozef, die door zijn huwelijk met de maagdelijke Moeder van God verrijkt werd en profiteerde, ook Maria deed haar voordeel met deze relatie. Het kan helemaal niet anders zijn, want hun huwelijk omsloot op heel buitengewone wijze de “ondeelbare eenheid van geest”; “de eenheid van hart”; “de eensgezindheid” . Zij waren in hun heilige huwelijksverbond “een van hart en een van ziel”, ze verheugden zich in een geheel volmaakte “gemeenschap van goederen”, waarbij ze zich wederkerig in de genade en menselijk verrijkten. Zo heeft niet alleen Jozef van Maria ontvangen, maar ook de Heilige Maagd werd ten zeerste verrijkt en gevormd door de gaven, die zij van de Heilige Jozef, haar gemaal, ontving. Haar liefde, haar deugden, haar Onbevlekte Hart werden door het heilige man-zijn en de liefde van Jozef vermeerdert en nog veel mooier gemaakt. Deze gaven van Jozef waren door Gods voorzienigheid zo bestemd en droegen bij tot de menselijke en geestelijke volmaaktheid van de Heilige Maagd en Moeder van God. De Menswording kon zich namelijk alleen binnen een huwelijk op waardige en passende wijze voltrekken, in de schoot van een familie, omdat deze een wezenlijk element van het menselijk leven is. “De Heiland is het werk van de verlossing begonnen met dit maagdelijk en heilig huwelijksverbond, waarin Hij Zijn almachtige wil openbaart, om het gezin, heiligdom der liefde en wieg van het leven, te louteren en te heiligen” . Zoals we reeds hadden gezien, was Maria toen reeds met Jozef gehuwd. De Engel Gabriël bracht daarom de Boodschap niet enkel aan een maagd, hij kwam veelmeer naar Maria als de maagdelijke bruid van Jozef. Omdat zij zijn vrouw was, werd het Kind op hetzelfde ogenblik, toen ze maagdelijk van de Heilige Geest ontvangen had, krachtens de huwelijksband ook het Kind van Jozef. Als wij erover nadenken, wordt het ons bewust, dat ook wij Maria en Jozef in het Evangelie “ontmoeten” en ze leren kennen als mensen, die al met elkaar in het huwelijk verbonden zijn en zich reeds wederzijds verrijken. Hoewel het juist is, dat de heiliging van St. Jozef onafscheidelijk verbonden is met zijn deelhebben aan de unieke uitverkiezing van Maria, vermindert dit op geen wijze zijn grote menselijke en geestelijke bijdrage aan Maria. Hoewel Eva uit de zijde van Adam voortkwam, was zij niettemin voor Adam een wezenlijke hulp in zijn zending als vader van de mensheid. Op dezelfde en meer verheven wijze waren Jozef en Maria met elkaar verbonden; ze waren als het ware een hart, in het ontvangen van het Mensgeworden Woord van God. “De heilige Jozef is door God geroepen om direct de persoon en de zending van Jezus te dienen door middel van de uitoefening van zijn vaderschap: juist zo werkt hij in de volheid van de tijd mee aan het grote mysterie van de verlossing en is hij werkelijk dienaar van het heil” . De zending van Jozef ten opzichte van het Mystieke Lichaam van ChristusZijn zending als hoofd van de Heilige Familie, zijn echte menselijke vaderschap met betrekking tot Jezus Christus, de Zoon van God, strekt zich verder uit tot het gehele Mystieke Lichaam van Christus. Zijn huwelijksverbinding met Maria in haar Moederschap van Gods Zoon, verkrijgt voor hem in de orde der genade een overeenkomstige betrokkenheid met haar Moederschap, die zij over de Kerk uitoefent. Omdat Maria onze geestelijke Moeder is, omdat onze geestelijke zoonschap een deelhebben is aan de Zoonschap van Christus, volgt hieruit, dat de Heilige Jozef in zekere zin op geestelijke wijze ook onze vader is. Daarom vereert de Kerk hem als haar universele beschermheer en wendt zich tot zijn vaderlijke liefde en zorg. “Reeds honderd jaar geleden spoorde paus Leo XIII de katholieke wereld aan te bidden om de bescherming te verkrijgen van de heilige Jozef, patroon van de gehele Kerk… Hij deed een beroep op de „vaderlijke liefde” die Jozef „het kind Jezus toedroeg” en beval hem, „zorgzame hoeder van de goddelijke Familie”, „de kostbare erfenis” aan, „die Jezus Christus met zijn bloed heeft verworven”. Sindsdien roept de Kerk de bescherming van sint Jozef in, zoals ik in het begin heb opgemerkt, „omwille van de heilige liefdesband, waardoor hij nauw verenigd was met de onbevlekte Maagd en Moeder van God”, en beveelt zij hem al haar zorgen aan, ook vanwege de dreigingen die boven de mensenfamilie hangen. Ook nu nog hebben wij talrijke redenen om op dezelfde wijze te bidden: „Verwijder van ons, o allerbeminnelijkste vader, deze plaag van dwaling en bederf (…) Sta ons van uit de hemel goedgunstig bij in deze strijd tegen de machten van de duisternis (…). En zoals gij eens het bedreigde leven van het kind Jezus van de dood gered hebt, verdedig zo nu de heilige Kerk van God tegen vijandelijke hinderlagen en alle tegenstanders” . Mogen wij op voorspraak van de Heilige Jozef geheel en al in Jezus Christus, onze Heer en God, opgenomen en in Hem omgevormd worden! |