De opgaven van de Heilige Engelen

De Engelen dienen in het gehele scheppings- en heilswerk van GOD Hoewel de grootheid en schoonheid van de H. Engelen ons heel veel over GOD laten erkennen, brengt Hij de openbaring van Zijn liefde door de natuur van de mens en in de natuur van de mens tot voltooiing. Deze openbaring van GOD, voleindigt zich in de Menswording van Zijn Zoon. Hier zijn de H. Engelen op een uitzonderlijke wijze bij betrokken. Ze dienen in het gehele scheppings- en heilswerk van GOD en kunnen dus bij de voltooiing van de heilsgeschiedenis niet ontbreken. De schrijver van de brief aan de Hebreeën vraagt: “Zijn ze niet allen dienstbare Geesten, uitgezonden tot hulp van hen, die de zaligheid zullen beërven”(Hebr. 1,14)? Als de Engelen hun werkzaamheden zouden stoppen, zou het ons mensen pas duidelijk worden, wat wij zouden missen! Het zou in ons een diepe eerbied en liefde tot deze hoge Geesten moeten oproepen, als we bedenken, dat deze “bergen” vol kracht en immense kennis, met liefde en overgave de plannen, die GOD met ons kleine mensen heeft, dienen.

De H. Engelen voegen onze kleine aanbidding van GOD samen met hun lofgezang

De H. Engelen leren ons allereerst, om GOD te loven en te prijzen en voegen onze kleine aanbidding van GOD samen met hun lofgezang. De zalige Paus Johannes Paulus II beschreef dit zeer indrukwekkend: “We merken op dat de H. Schrift en de Overlevering die geestwezens als Engelen aanduidt, die tijdens de fundamentele proeftijd van de vrije beslissing, een beslissing genomen hebben voor GOD, voor Zijn eer en voor Zijn Rijk. Ze zijn met GOD verbonden in de verterende liefde die voortkomt uit de zalige aanschouwing van de Allerheiligste Drievuldigheid, van aangezicht tot aangezicht. JEZUS zegt zelf: “De Engelen in de hemel aanschouwen voortdurend het aangezicht van mijn hemelse Vader”(Mt. 18.10). Dit “steeds het aangezicht van de Vader aanschouwen” betekent de hoogste uitdrukking van de aanbidding van GOD. Men kan zeggen dat het die “hemelse liturgie” voorstelt, die in naam van het hele universum wordt voltrokken en waarmee de liturgie van de Kerk op aarde zich onophoudelijk verbindt, vooral op de hoogtepunten van de liturgieviering.

Er zij slechts aan herinnerd dat de Kerk dagelijks en elk uur van de dag over de gehele wereld aan het begin van het Eucharistisch gebed in het belangrijkste gedeelte van de H. Mis zich beroept op de “Engelen en Aartsengelen” om de lof van het driemaal heilig te zingen en zich zo te verenigen met alle eerste aanbidders van GOD in de verering en de liefhebbende erkenning van het onuitsprekelijke mysterie van zijn heiligheid”(Catechese van 6 aug. 1986).

De Engelen zijn bezorgd om de mensen en hun heil

Krachtens de H. Schrift weten we verder, “dat de bescherming van de mensen en de zorg voor hun heil de opgave is van de goede Engelen. Dat vinden we op diverse plaatsen van de Heilige Schrift uitgedrukt, bijv. in Psalm 90: “Want Hij zal voor u zijn Engelen ontbieden, om u op al uw wegen te hoeden. Zij zullen u op de handen dragen, opdat gij aan geen steen uw voeten zult stoten”.

“Toen JEZUS eens over de kinderen sprak en vermaande, hun geen ergernis te geven, beriep Hij zich op “hun Engelen”(Mt.18,10). Hij schrijft de Engelen bovendien een getuigenisfunctie toe bij het Laatste Oordeel van GOD over het lot van degenen die CHRISTUS erkend of afgewezen hebben: “Ieder die Mij bij de mensen belijdt, hem zal de Mensenzoon als de Zijne erkennen bij GODs Engelen. Maar wie Mij tegenover de mensen verloochend heeft, zal verloochend worden tegenover GODs Engelen”(Lk. 12, 8-9; vgl. Openb.3,5).

Deze woorden zijn veelzeggend, want als de Engelen deelnemen aan het oordeel van GOD, dan hebben ze belangstelling voor het leven van de mens. Een belangstelling en een deelneming die in de rede van JEZUS over de eindtijd vooral onderstreept schijnt te zijn, waar Hij de Engelen ook betrokken laat zijn bij de parousie, d.w.z. De uiteindelijke wederkomst van CHRISTUS op het einde van de geschiedenis” (Catechese van 6 aug. 1986).

De H. Engelen als helpers en bevrijders van de apostelen

“Onder de boeken van het Nieuwe Testament laat ons vooral de Handelingen van de Apostelen enige feiten kennen, die getuigen hoe de Engelen bezorgd zijn om de mens en zijn heil. Zo wanneer de Engel van GOD de apostelen uit de gevangenis bevrijdt (Hand. 5, 18-20), en vooral Petrus die door Herodes zelf met de dood bedreigd werd” (Hand. 12,5-10). Het is zeer verhelderend om na te lezen, met welke zorgzaamheid de H. Engel, de H. Petrus door de grootste gevaren (wachtsoldaten, versperde deuren) naar buiten leidt.

Of als hij Petrus leidt bij datgene wat deze onderneemt met betrekking tot de hoofdman Cornelius, de eerste die uit het heidendom bekeerd is. Op overeenkomstige wijze bij dat wat Philippus aan de weg van Jeruzalem naar Gaza deed: “Een Engel van de Heer sprak tot Philippus: Sta op en ga naar het zuiden op de weg van Jeruzalem naar Gaza” (Hand. 8,26). Philippus gehoorzaamde en ontmoette daar de schatbewaarder van de Koningin van Ethiopië, die de Profeet Jesaja aan het lezen was, maar het niet begreep. Daarop begon Filippus met hem te spreken over het evangelie van JEZUS, waarbij hij deze schrifttekst als uitgangspunt nam. Op deze wijze kon het christelijke geloof door deze invloedrijke man in een ver land gebracht worden.

De H. Engelen hebben op deze manier de verkondiging onder de heidenen ingeleid, en daadkrachtig meegewerkt aan de opbouw van de Kerk. Ook vandaag de dag zijn ze niet minder actief, zoals we in de volgende circulaires zullen laten zien.

De H. Engelbewaarder, onze persoonlijke helper

“Met behulp van deze weinige als voorbeeld aangehaalde feiten is te begrijpen dat zich in het bewustzijn van de Kerk de overtuiging ontwikkelen kon, dat aan de Engelen een dienst ten gunste van de mensen is toevertrouwd. Daarom belijdt de Kerk haar geloof aan de Engelbewaarders en zij vereert ze met een eigen feest. Zij beveelt ons aan dat wij ons vaak in gebed aan hen toevertrouwen, zoals bijv. met het bekende gebed: Engel van GOD, die mijn bewaarder zijt, aan wie de GODdelijke goedheid mij heeft toevertrouwd, verlicht, bewaar, geleid en bestuur mij. Amen.

Het is alsof dergelijke gebeden zich de prachtige woorden van de H. Basilius eigen maakten: “Iedere gelovige heeft een Engel als beschermer en herder naast zich, die hem naar het leven moet leiden”.

De H. Engelen behoeden ook de materiële schepping De H. Engelen zijn echter niet alleen met de mensen verbonden en zorgen voor hen, maar ook voor de gehele schepping. Ja, ze staan achter al de geschapen werkelijkheden.

De Zalige Kardinaal Newman, die zo belangrijk is voor het moderne theologische denken, schrijft in zijn “Apologia pro vita sua” in het eerste hoofdstuk over deze verhouding van de Engelen tot de zichtbare wereld: “Waarschijnlijk heb ik mijn definitieve voorstelling over de Engelen hoofdzakelijk te danken aan de school van Alexandrië en de oerkerk. Ik zag in hen niet slechts dienaren, die door de Schepper in de Joodse en christelijke Openbaring ingezet werden, zoals we dit op de eerste blik in de Bijbel vinden, maar ook de uitvoerders van de zichtbare wereldorde, waarvan de Bijbel eveneens getuigenis geeft.

Ik beschouw hen als de werkelijke oorzaken van de beweging, van het licht, van het leven en van die elementaire beginsels van het fysieke universum. Als deze in hun ontwikkelingen toegankelijk worden voor onze zintuigen, geven zij ons het begrip van oorzaak en werking en van datgene, wat men natuurwetten noemt. Ik heb deze leer in mijn preek, die ik op de feestdag van St. Michael,in het jaar 1831 geschreven heb, uitvoerig behandeld.

Daarin wordt over de Engelen gezegd: Ieder windje en lichtstraal, iedere warmtegolf en iedere mooie aanblik is als de zoom van hun gewaad, het ruisen van de gewaden van hen, die GOD aanschouwen. En ik vraag verder, wat een mens wel zou denken, die een bloem, een plant, een steen of een lichtstraal onderzoekt en deze dingen naar hun bestaansvorm als diep onder hem beschouwt. En die zich dan plotseling tegenover een machtig wezen zag staan, dat onder de zichtbare dingen, die hij juist aan het onderzoeken was, verborgen was; en dat dit wezen als werktuig van GOD juist aan al die dingen schoonheid, bekoorlijkheid en volmaaktheid gaf, zonder dat zijn wijze hand waar te nemen was; ja, wiens gewaad en sieraden de dingen waren, die de mens analyseren wilde.

Daarom voegde ik eraan toe, dat wij met de drie mannen in de vuuroven vol dankbaarheid en eenvoud van hart zouden moeten spreken: O, alle werken des Heren……looft en prijst de Heer en verheerlijkt Hem in eeuwigheid”.

Een gebed tot de H. Engelbewaarder

Heilige Engelbewaarder, GODs liefdevolle zorg heeft u aan mij als begeleider gegeven. Gij zijt Zijn oproep aan mijn geweten: help mij tot een duidelijke beslissing. Gij zijt Zijn leidende hand: blijf bij mij dag en nacht. Gij zijt Zijn machtige arm: strijd met mij voor Zijn Rijk. Amen.

ONZE ZALIGE PAUS JOHANNES PAULUS II

Vanwege de actualiteit willen wij in deze circulaire ook nog Paus Johannes Paulus II aan het woord laten. Misschien hebt u ook zijn indrukwekkende zaligverklaring op 1 mei in Rome kunnen zien. GOD had hem de leiding van de Kerk toevertrouwd in een moeilijke tijd. Hij heeft zijn gehele kracht voor deze dienst aan het volk van GOD ingezet en werkelijk zijn leven gegeven, wat in de laatste jaren van zijn pontificaat indrukwekkend te zien was.

Wij zijn hem vooral ook dankbaar voor zijn catechese die hij 25 jaren lang iedere woensdag heeft gehouden. In deze catechese sprak hij in 1986 ook uitvoerig over de H. Engelen. Uit zijn woorden kan men zijn verering voor de H. Engelen opmaken. Wij kunnen het hier niet alles letterlijk herhalen, maar alleen citaten. Als u ze graag allemaal wilt lezen, wendt u zich dan aan de zusters in Mechelen. Ze hebben ze samengevoegd in een klein boekje.

Toen Paus Johannes Paulus deze catechese over de H. Engelen had gegeven, was hij zich bewust, dat het bestaan van de H. Engelen steeds weer geloochend wordt. Daarom wilde hij met zijn overwegingen een duidelijk getuigenis geven van hun bestaan en hun werkzaamheid. Hij spreekt over hun bestaan, hun beproeving en scheiding in goede en gevallen engelen, over hun nabijheid tot GOD als Zijn scharen en over hun lofgezang.

Hij herinnert ons hierbij aan de vele verschijningen in de H. Schrift, vooral ook aan hun verschijnen na de verrijzenis van JEZUS en bij Zijn hemelvaart. “Het zijn de Engelen van het leven, van het lijden en van de verheerlijking van CHRISTUS. De Engelen van degene, die zoals de H. Petrus schrijft 'ten hemel gevaren zetelt aan GODs rechterhand, nadat de Engelen en Machten en Krachten aan Hem onderworpen zijn' (26.7.1986).

Bovendien maakt hij ook duidelijk, dat wij een persoonlijke Engelbewaarder hebben, die ons door ons leven heen begeleidt. Op deze plaats willen wij ook de H. Engelbewaarder van Paus Johannes Paulus bedanken voor al zijn bescherming en zijn leiding van onze nu zalige H. Vader, die nog zo goed in onze herinnering is.

Op 6 augustus 1986 zei hij in een toespraak over deze persoonlijke relatie tussen ons en onze H. Engelbewaarder: “de in het geloof voltrokken ontmoeting met de wereld van de zuivere geestwezens wordt tot een kostbare openbaring van zijn eigen, niet alleen lichamelijke, maar ook geestelijke natuur en zijn betrokken-zijn in een waarlijk groots en doeltreffend heilsplan met een gemeenschap van persoonlijke wezens, die vóór de mensen en mét de mensen de plannen van de GODdelijke Voorzienigheid dienen”.

Bij zijn bezoek op de Monte Gargano of de Monte Sant Angelo, zoals de berg ook genoemd wordt, adviseerde hij ons allen om het gebed tot de H. Aartsengel Michael, dagelijks te bidden. En als u het nog niet doet, nodigen wij u samen met P. Johannes Paulus daartoe uit:

Heilige Aartsengel Michaël, verdedig ons in de strijd; wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel. Wij smeken ootmoedig dat GOD hem Zijn macht doe gevoelen. En gij, vorst van de hemelse legerscharen, drijf Satan en de andere boze geesten, die tot verderf van de zielen over de wereld rondgaan, door de GODdelijke kracht in de hel terug. Amen.

Destijds begon hij zijn preek met de woorden: “Ik ben gekomen om de Aartsengel Michael te vereren en hem aan te roepen, opdat hij de Kerk beschermt en verdedigt op een moment, waarin het moeilijk is om een authentiek en christelijk getuigenis zonder compromissen of halfheden af te leggen”.

Wij staan allemaal steeds opnieuw in deze moeilijke situatie in het leven van alledag, om een werkelijk getuigenis te geven van ons christelijk geloof en we weten, hoe moeilijk dit soms voor ons is. Dan mogen en moeten wij heel bewust de H. Aartsengel Michael aanroepen, opdat hij ons zijn kracht verleent, zodat de mensenvrees en de lauwheid ons niet steeds opnieuw de baas zijn.

“Hij is de Aartsengel, die zich voor de onvervreemdbare rechten van GOD inzet”, zegt de Paus in zijn preek. Wij weten, hoe tegenwoordig de rechten en de geboden van GOD door velen eenvoudigweg genegeerd worden, waardoor wij in deze strijd staan, waarmee wij St. Michael verbinden. Hij is de strijder voor GOD en staat een ieder ter zijde, die ook voor GOD strijdt. “In deze strijd staat de Aartsengel Michael de Kerk terzijde, om haar tegen alle boosheden van de wereld te verdedigen en de gelovigen bij te staan in de weerstand tegen de duivel”.

Daarom besluit de Paus zijn preek met het gebed tot de H. Aartsengel Michael, wat wij ook allemaal dagelijks zouden moeten bidden, voor ons, voor onze families, onze parochies en vooral voor de gehele Kerk.

Het heiligdom van de H. Aartsengel Michael op de Monte Gargano Dit heiligdom in de buurt van San Giovanni Rotondo, waar de H. Pater Pio vereerd wordt, gaat terug op drie verschijningen van de H. Aartsengel Michael.

Na een buitengewone gebeurtenis op deze berg verscheen in 490 na CHRISTUS de H. Aartsengel Michael aan Bisschop Laurentius van Siponto met de woorden: “Ik ben de Aartsengel Michael, ik aanschouw steeds het Aanschijn van GOD. Deze grot heb ik als mijn heiligdom uitgekozen. Daar, waar de rots zich opent, zullen de zonden van de mensen vergeven worden en diegenen, die in gebed daarnaar verlangen, zullen verhoord worden. Ga daarom de berg op en geef de grot vrij voor de christelijke eredienst”.

De bisschop weifelde en vroeg raad in Rome. Hij kreeg de opdracht vanuit Rome, om samen met de bisschoppen van de omgeving, na een driedaagse vasten, de grot te betreden en voor de Kerk in bezit te nemen. Toen verscheen de Aartsengel Michael voor de derde keer (493). Hij sprak: “Het is niet nodig om de grot in te wijden als kerk, want ik heb hem al door mijn aanwezigheid gewijd”.

Sinds die tijd pelgrimeren de mensen naar deze werkelijk bezienswaardige onderaardse grot, om de hulp van St. Michael in te roepen.

* Terug