Een gesprek met mijn Engelbewaarder

Engelbewaarder, ik kan me u zo moeilijk voorstellen. Hebt u vleugels?

Net zoals mijn Engelbroeders heb ik geen vleugels en ook geen lichaam. Ik hoef niet te eten en niet te slapen en toch ben ik een levende persoon met verstand en een vrije wil. God heeft ons aan het begin van de tijd wonderbaarlijk geschapen, vol licht en kracht, wijsheid en liefde, grootser als jullie mensen het je kunnen voorstellen. De vleugels zijn slechts een symbolische uitdrukking van onze sterkte en hulpvaardigheid. Iedere Engel is zuivere geest. Alleen als wij aan de mensen zichtbaar verschijnen, nemen wij een menselijk lichaam aan.

Hoe moet ik mij een zuivere geest voorstellen?

Stel je gewoon eens voor dat je een onzichtbare vriend aan je zijde hebt. Enerzijds is hij helemaal in God en anderzijds helemaal bij jou. Een vriend, zoals je er nooit een onder de mensen zult kunnen vinden, want na Jezus en Maria houdt niemand zo veel van jou als ik. Als ik het zou kunnen, zou ik zonder te aarzelen mijn leven geven voor jou. God Zelf heeft jou aan mij toevertrouwd. Ik zet alles in om te beantwoorden aan Zijn Goddelijk vertrouwen.

Ik heb u nog nooit beschouwd als een persoonlijke vriend. Een nieuwe wereld gaat daar voor mij open! Maar, lieve Engelbewaardervriend, kunt u me nog duidelijker maken wat nu eigenlijk uw opgave is aan mijn zijde?

Bij alle goede werken die jij verricht, werk ik mee en help jou. Denk eens na wat dat wil zeggen! Bij iedere goede gedachte, bij ieder goed woord en bij iedere liefdevolle daad was ik degene, die jou van God de genade daartoe heb bemiddeld, de aansporing en de kracht. Daardoor is jouw goede werk tot iets heel kostbaars geworden. Ik bid voor jou voor de troon van God. Ik help je, verlicht, bescherm en leidt je voortdurend, zo vaak als je open staat voor mijn ingevingen.

Geweldig! Dan hebt u wel de handen vol aan mij, nietwaar?

Ja, dat zou ik hebben en ik zou het met gemak en met grote vreugde doen, als je mij maar steeds zou gehoorzamen. Jammer genoeg luister je vaak niet naar mijn stem, maar volg jij je eigenwil, je gemakzucht en je genotzucht….Daardoor beperk je mijn werken in jou. Je bindt me als het ware de handen en houdt je hand voor mijn mond en zegt: Wees stil! Ik wil je niet horen! Je stem is me lastig, het maakt mij onrustig. Heb ik je niet vaak genoeg gemaand, je zou dat en dat niet doen, en toch heb je het gedaan?

Ach, jammer genoeg hebt u gelijk. Is het erg voor u als ik zondig?

Als je eens wist wie God is, en hoeveel Hij van je houdt! Ja, iedere vrijwillige afwijzing van Zijn oneindige liefde is een belediging voor God en voor mij bijna niet te verdragen, want Zijn Naam is in mij. De ijver voor de eer van God verteert mij. Iedere zonde is verschrikkelijk voor mij.

Vergeeft u mij dan niet, als ik mijn fout inzie en ik er spijt van heb?

Een enkele akte van eerlijk berouw, samen met de vaste wil om het niet meer te doen, roept meteen de hele barmhartigheid van God af over de zondaar en Hij vergeeft hem. Gods vergeving is ook mijn vergeving en Gods vreugde over de bekering van een zondaar is ook mijn vreugde. Ja, wij Engelen van God verheugen ons meer over de bekering van een enkele zondaar, dan over 99 vrome mensen die menen reeds volmaakt te zijn en geen bekering nodig te hebben.

Daarom moet je God altijd meteen om vergeving vragen als je gevallen bent, en niet uren of zelfs dagenlang bezig te zijn om jezelf te rechtvaardigen. Dit zijn nutteloze gedachten. Ze komen voort uit je gekwetste trots en je wilt je daarmee verbergen voor de waarheid die jou aanklaagt. Daarom, als je me een plezier wilt doen, luister naar je geweten en verwek meteen een diep en eerlijk berouw. Ik vergeef je meteen en de gekrenkte vriendschap is weer goed gemaakt.

Hoe zit dat met het geweten? Ik voel wel iets, maar kan niet precies zeggen wat het is.

Het geweten is net zoiets als een geestelijke telefoon in je hart, dat ik bedien, om onafhankelijk van je wil, de vermaning door te geven van Degene, die jou geschapen heeft en verlost, en Die heel veel van je houdt. Geloof me, ik handel hier als de plaatsvervanger van God en jij bent als ontvanger van een boodschap van God verplicht, om dit geestelijk oor te scherpen, om mijn stem te horen en mij te verstaan.

Dat wil ik graag: u altijd horen. Is er een geheim aan verbonden?

Het hele geheim bestaat daarin, dat je de geboden van God en de Kerk met wil en verstand aanvaard, graag bid en het Woord van God overweegt, meer de stilte zoekt dan het lawaai en iedere dag je geweten onderzoekt of je trouw mijn vermaningen hebt opgevolgd. Iedere keer, dat je naar mijn vermaning hebt geluisterd, kan ik duidelijker spreken en je nog zekerder begeleiden op de smalle weg, die naar God leidt. Hoe meer je echter naar je eigen wil luistert en je toegeeft aan je gemakzucht, des te moeilijker wordt het voor jou, om mijn stem te kunnen horen.

Deze onderscheiding van de innerlijke stemmen vind ik niet gemakkelijk. Bestaat er zoiets als een algemene regel?

Er bestaat natuurlijk niet zoiets als een recept, maar je herkent de stem van je eigen ik en die van de boze vijand aan de gevolgen. Eerst proberen ze het met vlijerij, omdat ze je datgene ingeven, waar je meer smaak aan hebt. Na het slikken, d.w.z. na het doen, wordt de hele zaak echter bitter. Je voelt onrust en verwarring, leegte en ontevredenheid en toch heb je tegelijkertijd de drang in je, naar nog meer.

In tegenstelling tot de bekoorder, zet ik jou nooit onder druk, maar ik heb eerbied voor de waarde van jouw vrijheid. Alle ingevingen van God dragen de handtekening van het kruis en de zelfverloochening. Eerst kost het je overwinning, maar dan, als je het offer uit heel je hart aan God gegeven hebt, komt de vrede in je hart, geluk en vreugde, die aanhouden.

Heilige Engelbewaardervriend, u bent zo goed voor mij. Hebt u een wens, die ik zou kunnen vervullen?

Vergeet me niet zo vaak! Zeg me toch vaker wat je bezighoudt, net zoals we zojuist met elkaar hebben gesproken. Leg je fantasie het zwijgen op en luister, naar wat ik jou te zeggen heb in opdracht van God. Het is Zijn wil dat wij steeds betere vrienden worden. Ik ben er altijd voor jou. Maar soms zou ik bijna jaloers zijn op je mobieltje, want je praat meer met hem als met mij. Jij bent toch mijn vriend, mijn broeder/zuster!

* Terug