Engelbewaarder werd tot gids

Abbé Mirot zat op een bankje in een park in Parijs en bad zijn brevier. Hij merkte het niet toen een landloper naast hem ging zitten. “Eerwaarde, ik ben eens priester geweest”, zei de vagebond.- De priester schrok: “Priester? En wat bent u nu?”- “Nu ben ik niets.”

Hij haalde diep adem en vertelde: “Ik was de jongste van zeven kinderen. Mijn moeder had de gelofte gedaan om mij toe te wijden voor de dienst aan GOD. Toen ze mij vroeg of ik mijn toestemming daarvoor gaf, zei ik “Ja”. Maar als ik in de vakanties van het priesterseminarie bij mijn ouders was, werd ik zo magnetisch door de wereld aangetrokken, dat ik eraan twijfelde of GOD mij tot het priesterschap geroepen had. Ik nam me voor om hierover met mijn moeder te praten.

Ik begon er voorzichtig over tijdens een wandeling. Ze bleef staan als door de bliksem getroffen. Haar blik was verstoord. Iets van waanzin flakkerde in haar ogen. Ik ging met een ander thema verder. Ik zag vol schrik in dat ik te lang gewacht had met dit onderhoud. Ik had niet de moed om moeder en de rector een teleurstelling te bereiden, want ik overtrof alle seminaristen in kennis.

Zo werd ik dus gewijd en ben een slechte priester geworden, ben gevallen en werd gesuspendeerd. Gelukkig heeft mijn moeder dit niet meer beleefd. – Ik onderwierp me niet aan de eisen van mijn kerkelijke overheden, ik hing mijn soutane aan de kapstok en koos de vrijheid. Vrijheid heb ik gezocht maar slavernij gevonden.”

De priester legde zijn handen voor de ogen en huilde. Abbé Mirot vroeg hem: “Waarom heb u mij aangesproken?”- “Een innerlijke stem heeft mij toegefluisterd: ga en vertrouw alles toe aan die man! Hij zal je helpen. Misschien was het de stem van mijn Engelbewaarder. Ik bid dagelijks tot hem. – O, kon ik toch nog maar een keer van voren af aan beginnen! Alles zou anders worden!”

Abbé Mirot was bereid om hem te helpen om opnieuw te beginnen. Na een jaar werd de vagebond koster, hij trad later als broeder in een klooster in, werkte met zoveel ijver, dat hij allen overschaduwde. Hij leek op een soldaat, die – aan het begin van de veldslag gevlucht was – nu teruggekeerd was en des te dapperder vocht. Na een jaar proeftijd werd hij als Pater Ludwig in het klooster opgenomen. De eerste helper tot zijn bekering was de heilige Engelbewaarder. Aan hem zij dank!

(A. M. Weigl, Schutzengelerlebnisse, Verlag St. Grignionhaus)

Terug