|
Korte kruiswegmeditatie 4Uit: Sosehr hat Gott die Welt geliebt door F. Holböck Goddelijke Meester! In Uw oneindige liefde hebt Gij ons de weg naar de hemel getoond, geleerd, ja bent Gij die zelfs voorgegaan. Gij zijt de Weg, de Waarheid en het Leven. Gij hebt ons gezegd: “Leer van Mij”. Zo willen wij U op deze laatste weg van Uw leven aanschouwen, opdat wij steeds meer Uw denken en handelen tot de onze maken. Schenk ons daartoe Uw licht en Uw genade. Gij zijt weldoende rondgegaan over de aarde, hebt zieken genezen, zondaars vergeving geschonken, moedelozen opgericht. Slechts ondank was het antwoord van de mensen!
De tijd, dat wij een kruis moeten dragen, is een tijd van genade. Het maakt ons gevoelig voor het lijden van onze medemensen, het leert ons in de lijdende medemens Christus te zien. Zelf het zware kruis dragend, hebt Gij nog begrip en medelijden met anderen. Voor U ziet Gij de berg van Calvarie, het aannagelen aan het kruis, het sterven. Gij denkt niet aan Uw eigen leed, Gij wilt Slachtoffer, Verlosser zijn. Daarom zegent Gij, troost, vermaant Gij met Goddelijk geduld en goedheid. Zo toont Gij ons Uw hulpvaardige liefde.
Gij wilt, dat wij deze orde van de genade leren begrijpen: hoe dichter bij U, hoe dichter bij het kruis. De vraag: Waarom lijden? Hebt Gij beantwoord met Uw vermaning: “De leerling staat niet boven zijn Meester.” Ook Maria, de Onbevlekte, hebt Gij onder het kruis geplaatst. Daardoor is zij de Middelares van alle genaden geworden. Zij wil ons leren ons steeds dieper in het lijden van haar Goddelijke Zoon te verdiepen. O, Maria, ook Gij moest donkere uren doormaken. Gij leert ons bij het diepe lijden te zwijgen. Gij weet; het kruis rust in de wil van de Vader, in Zijn verlossingsplan met de mensen. Maar van U leren wij ook: hoe dichter bij Jezus, hoe dichter bij het kruis, des te gelukkiger een hele eeuwigheid lang. Amen. * Terug |