|
“Roep je H. Engelbewaarder aan en spring!”Deze belevenis met de Engelbewaarder gebeurde langere tijd geleden in Tirol. Het was midden in de nacht; daar luidde plotseling de stormklok. Twee van de grootste huizen stonden in vlammen. Snel had zich daarvoor een grote mensenmenigte verzameld. Er was niets meer te redden, want de vlammen sloegen reeds boven het dak uit. Net op het nippertje hadden de bewoners van de beide brandende huizen zich kunnen redden. Maar wat is dat? Het dakraampje van een van de huizen wordt geopend. Twee kinderen kijken naar buiten: een meisje van acht jaar en een van twaalf. Ze hadden daar geslapen en waren in de opwinding vergeten. De toeschouwers verstarden van schrik. Het vuur is zo dicht bij de kinderen, dat hun haren bijna in brand vliegen. Dan zegt het oudere meisje tegen de jongste: “Wij springen naar beneden. Onze Engelbewaarder zal ons helpen. Ik spring eerst. Als mij niets gebeurt, dan spring jij ook!” Met de woorden: “Heilige Engelbewaarder, help mij!” sprong het kind naar beneden op de harde straat. De menigte keek huiverend toe. Maar, als had iemand het naar beneden gedragen, zo kwam het kind beneden aan, zonder enig letsel. Meteen riep het vol vreugde naar boven: “Hannerl, roep je Heilige Engelbewaarder aan en kom! Mij is niets gebeurt!” Ook dat kind sprong met een kreet tot de Engelbewaarder in de diepte, zonder enig letsel op te lopen. De kinderen omarmden zich, knielden neer en dankten hun Engelbewaarder. Onbeschrijflijk was de vreugde van de ouders en de omstanders. (Uit: A. M. Weigl, Schutzengel-erlebnisse, S. 38v.) |